Weten hoe laat het is
Weten hoe laat het is 1
Als mijn broer Antoine mij belt, dan weet ik hoe laat het is. Etenstijd is het dan. Als mijn broer Antoine mij belt, dan doet hij dat altijd op de vaste lijn, omdat hij weet dat ik dan niet kan zien dat hij het is. Mijn broer Antoine is er van overtuigd dat ik de telefoon niet zou opnemen als ik wist dat hij het was. Maar hij vergist zich. Omdat mijn broer Antoine de enige mens is die mij nog belt op de vaste lijn, weet ik perfect wie mij belt precies op het moment dat de ovenschotel uit de oven mag en de krieltjes gaar zijn. En ik weet wél wie mij belt net op het moment waarop ik voor Merel en mezelf een aperitief hebt uitgeschonken. Het is mijn broer Antoine! Hij is zat en wellicht ook emotioneel. Zie je: ik weet perfect hoe laat het is. Toch neem ik op. Ik weet echt niet waarom. Ik zie hoe Merel met haar ogen draait, en hoe ze op die manier zonder woorden zegt: Zie je, zie je: vluchtgedrag. En ik besef: ook deze keer zal onze verzoeningspoging op niets uitdraaien. Ja, ik wéét hoe laat het is.
Weten hoe laat het is 2
Als mijn broer Antoine mij belt, dan weet ik hoe laat het is. Mijn broer belt mij alleen als hij zat is. Gelukkig belt mijn broer Antoine mij niet iedere keer dat hij zat is. Hij belt me een keer of drie, vier per jaar. Elke keer is hij dan zat. Ik heb alleen contact met mijn broer Antoine als hij zat is. Omdat we alleen contact hebben wanneer hij zat is, denk ik dat mijn broer Antoine altijd zat is. Wat niet noodzakelijk zo hoeft te zijn. Misschien belt hij op nuchtere dagen wel naar andere mensen. Dat zou in theorie kunnen. Ik weet dat mijn broer Antoine soms ook naar mijn vader belt. Dan gaat het over voetbal. Ooit was Antoine een beloftevolle voetballer. Maar dat is al vele jaren geleden, en verder dan beloftevol heeft hij het nooit geschopt. Als Antoine met mijn vader belt, vertelt hij hem wat er precies is fout gelopen met zijn voetbalcarrière. Het komt er altijd op neer dat iemand hem een groot onrecht heeft aangedaan. Wie door mijn broer Antoine opgebeld wordt hoeft zelf niets te zeggen. Als hij uitverteld is, begint hij gewoon opnieuw. Onze Antoine staat altijd op repeat.
Weten hoe laat het is 3
Als mijn broer Antoine mij belt, dan weet ik hoe laat het is. Hij is zat. Hij zegt dat ik zijn broer ben. Als Antoine zat is, dan wordt hij emotioneel. Hij zegt dan dat hij alleen nog maar mij heeft en dat wij toch broers zijn. Hé broer, zegt hij dan. Ik zeg dan dat pa ook nog leeft. Hij zegt dan dat wij broers zijn. Dan begint hij weer over René. René, dat was pas een broer, zegt hij. Ik zeg: Antoine, ik weet het, maar René is al meer dan veertig jaar dood. En dan weet ik weer hoe laat het is. Hij schreeuwt dat ik zijn broer NIET ben. René, dat was pas een broer, roept hij. Ik zeg niets. Ondertussen zie ik Merel geagiteerd haar derde glas naar binnen gieten. Dat betekent iets als: Dat lap je me nu iedere keer. In gebarentaal zeg ik: Het is Antoine, hij is zat, en ook wat emotioneel. Merel zegt: Ach jongen. En ze vertrekt. Net wanneer ze de voordeur dicht slaat, verbreekt mijn broer Antoine de verbinding. Midden in een zin. Ik zou nu nog achter Merel aan kunnen gaan. Maar ik hoef niemand meer te zien.